Pesten is heel anders dan plagen. Plagen is voor de gein en pesten kan kwetsend zijn.
Pesten is altijd een groepsprobleem. Er is nooit maar 1 iemand de pester. Er zijn altijd wel andere kinderen er bij betrokken. Als er in een groep gepest word, is er geen onschuldige bij. Iedereen in de groep is medeplichtig. Het wel moeilijk voor leeftijdsgenoten van de pester om er iets tegen te doen. Dat geeft je als pedagogisch mederwerker/juf een extra verantwoordelijkheid. Jij als pedagogische medewerkers/juf heeft die macht wel om intergrijpen.
Het is niet dat het gepeste kind er niks aan kan doen dat hij/zij gepest wordt. Iedereen is verantwoordelijk.
Volgens Pestweb wordt er 4% van de basisscholieren meermalen per week gepest en zegt 27% van alles basisschool kinderen wel eens gepest te zijn.
Voor dat je iets aan het pesten kan doen, moet je weten wat voor mechanisme het is. Je kunt pesten namelijk onderscheiden.
* Het zondebokfenomeen: Je reageert dan je frustratie af op een onschuldig persoon.
* De conspiracy of silence: Iedereen in de groep weet wat er gebeurd maar niemand praat erover.
* Het omstandersdilemma: Niemand komt in actie terwijl ze wel zien dat er gepest wordt.
* Blaming the victim: Sommige mensen denken dat het kind er zelf om vraagt om gepest te worden of dat het kind het zelf uitlokt.
In het blog rollen bij pesten kon je al lezen dat er 3 verschillende rollen zijn bij pesten. De belangrijk volwassene; ouders, leerkrachten of de pedagogisch medewerkers moet ze drie aanspreken.
Je moet dus drie verschillende groepen aanspreken.
1. Je pakt de pester aan
2. Je pakt de groep aan
3. Je praakt en ondersteunt de gepeste.
Jij als pedagogisch medewerker moet het initiatief nemen tot deze gesprekken. Er zijn goede argumenten om het aanpakken van de hele groep de voorkeur te geven. Je kunt de groep samen een gezamelijke regelement (regels) laten bedenken hoe ze omgaan met elkaar. In deze regels staat dan wat wel en niet toelaatbaar is. Zo kan de groep de pester aanspreken op zijn/haar gedrag. Je pakt met deze aanpak niet alleen de groep aan maar ook gelijk de pester en ondersteun je het gepeste kind.
Het kind dat gepest wordt verdient steun, maar proberen het pesten te stoppen door de pester te ondersteunen is eigelijk een verkeerd signaal. Met dit zeg je eigelijk alleen als het ware: als de gepeste verandert stop het pesten wel. niet alleen is datneit waar, ook al zou de gepeste verandere of uit de groep vertrekken gaat de pester wel op zoek naar een nieuw kind om te pesten. Ook lijkt het bovendien zo alsof de gepeste zelf de schuldige is. Dat is een indruk die hoe dan oko vermeden moet worden. Al kan het natuurlijk geen kwaad al durven kinderen meer voor zichzelf op te komen.
Een van de manieren om pesten ook nog aan te pakken!!!.
1. Obsereveren van het pesten
2. Groepsaapak. Regels over gedrag.
(Gesprek vooraf pester -> groepsaanpak)
Pesten is altijd een groepsprobleem. Er is nooit maar 1 iemand de pester. Er zijn altijd wel andere kinderen er bij betrokken. Als er in een groep gepest word, is er geen onschuldige bij. Iedereen in de groep is medeplichtig. Het wel moeilijk voor leeftijdsgenoten van de pester om er iets tegen te doen. Dat geeft je als pedagogisch mederwerker/juf een extra verantwoordelijkheid. Jij als pedagogische medewerkers/juf heeft die macht wel om intergrijpen.
Het is niet dat het gepeste kind er niks aan kan doen dat hij/zij gepest wordt. Iedereen is verantwoordelijk.
Volgens Pestweb wordt er 4% van de basisscholieren meermalen per week gepest en zegt 27% van alles basisschool kinderen wel eens gepest te zijn.
Voor dat je iets aan het pesten kan doen, moet je weten wat voor mechanisme het is. Je kunt pesten namelijk onderscheiden.
* Het zondebokfenomeen: Je reageert dan je frustratie af op een onschuldig persoon.
* De conspiracy of silence: Iedereen in de groep weet wat er gebeurd maar niemand praat erover.
* Het omstandersdilemma: Niemand komt in actie terwijl ze wel zien dat er gepest wordt.
* Blaming the victim: Sommige mensen denken dat het kind er zelf om vraagt om gepest te worden of dat het kind het zelf uitlokt.
In het blog rollen bij pesten kon je al lezen dat er 3 verschillende rollen zijn bij pesten. De belangrijk volwassene; ouders, leerkrachten of de pedagogisch medewerkers moet ze drie aanspreken.
Je moet dus drie verschillende groepen aanspreken.
1. Je pakt de pester aan
2. Je pakt de groep aan
3. Je praakt en ondersteunt de gepeste.
Jij als pedagogisch medewerker moet het initiatief nemen tot deze gesprekken. Er zijn goede argumenten om het aanpakken van de hele groep de voorkeur te geven. Je kunt de groep samen een gezamelijke regelement (regels) laten bedenken hoe ze omgaan met elkaar. In deze regels staat dan wat wel en niet toelaatbaar is. Zo kan de groep de pester aanspreken op zijn/haar gedrag. Je pakt met deze aanpak niet alleen de groep aan maar ook gelijk de pester en ondersteun je het gepeste kind.
Het kind dat gepest wordt verdient steun, maar proberen het pesten te stoppen door de pester te ondersteunen is eigelijk een verkeerd signaal. Met dit zeg je eigelijk alleen als het ware: als de gepeste verandert stop het pesten wel. niet alleen is datneit waar, ook al zou de gepeste verandere of uit de groep vertrekken gaat de pester wel op zoek naar een nieuw kind om te pesten. Ook lijkt het bovendien zo alsof de gepeste zelf de schuldige is. Dat is een indruk die hoe dan oko vermeden moet worden. Al kan het natuurlijk geen kwaad al durven kinderen meer voor zichzelf op te komen.
Een van de manieren om pesten ook nog aan te pakken!!!.
1. Obsereveren van het pesten
2. Groepsaapak. Regels over gedrag.
(Gesprek vooraf pester -> groepsaanpak)
Hoi Cynthia, Kelly en Amanda,
BeantwoordenVerwijderenDe afbeelding hieronder van het meisje in het stopbord is door ons gemaakt. Natuurlijk prima als jullie deze op de website houden maar willen jullie er een linkvermelding bijzetten?
Met vriendelijke groet,
Wenda Verkerk